Cognitieve therapie is op dit moment één van de meest invloedrijke onderdelen op het gebied van therapie. Een aantal decennia geleden was het de gewoonte van therapeuten om urenlang naar de dromen van cliënten te luisteren en om ze naar inktvlekken te laten kijken om er een soort van betekenis uit te halen! Tegenwoordig vinden de meeste leden van de therapeutische gemeenschap dit absurd. Het alternatief, cognitieve therapie is gebaseerd op empirisch onderzoek en is aangetoond als effectief om negatieve emoties om te zetten. De cognitieve therapie is vrij makkelijk te begrijpen wanneer je de basis kent: Ten eerste neemt cognitieve therapie aan dat gedachtes leiden tot gevoelens. Om meer specifiek te zijn leiden bepaalde gedachtes consequent tot bepaalde gevoelens. Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn negatieve gedachtes die altijd tot negatieve gevoelens leiden. Bijvoorbeeld wanneer een persoon tegen zichzelf zegt, “Fred is echt enorm onbeleefd!”, het gevolg is dat deze persoon zich enorm slecht gaat voelen. Ten tweede, cognitieve therapie gaat er niet alleen van uit dat gedachtes leiden tot gevoelens, maar dat verstoorde gedachtes leiden tot negatieve gevoelens. Een verstoorde gedacht betekend een gedachte die de werkelijkheid onjuist beschrijft. Bijvoorbeeld de stelling, “Williams ideeën over mensenrechten zijn anders dan die van mij”, is terecht. In contrast, de gedachte “Williams ideeën over mensenrechten zijn verschrikkelijk en hij zou zich er voor moeten schamen,” is een verstoorde gedachte. De eerste omschrijving geeft het werkelijke beeld weer, terwijl de tweede de volgende verstoringen bevat: ten eerste het woord ‘verschrikkelijk’ is een waarde oordeel, en ten tweede het idee dat William iets ‘moet’ is geen realistische. [In de werkelijkheid is er geen moeten, in tegenstelling tot honden of stoelen]. Deze twee aannames zijn de basis tot het begrip van het model; hoewel de eerste aanname het meest belangrijk is om te begrijpen. De meeste mensen geloven dat de externe omgeving de oorzaak is van hun gevoelen, wat gewoonweg niet waar is. In werkelijkheid is het de interpretatie van een persoon die bepaalde gevoelens veroorzaakt. Wanneer bijvoorbeeld Susan een klap geeft in het gezicht van Billy, en Billy wordt daar boos om is het niet het gedrag van Susan wat de woede van Billy veroorzaakt. De werkelijke oorzaak is Billy’s interpretatie van de klap in zijn gezicht dat leid tot gevoelens. Uiteindelijk is het belangrijk om te weten dat cognitieve therapie aanneemt dat een verandering in gedachtes leid tot een verandering in gevoelens. Daarom moet een persoon zijn interpretatie van een situatie veranderen om zicht er beter over te gaan voelen. |
https://www.depsycholoog.nl/breda/ |